De band tussen Hutsch en de vrouw wordt duidelijk bij opening expositie in Vaals


Zondagmiddag 8 juli 2012 stond de Kopermolen, het centrum voor kunst en cultuur in Vaals in het teken van de visie van Sjef Hutschemakers op de vrouw. De naaktportretten die de kunstenaar exposeert op deze tentoonstelling in het voormalige kerkje, vindt misschien niet iedereen flatteus, maar bijzonder en indringend zijn ze zeker. Claudia Volders, oud-leerling van Hutschemakers, kunstenares en galeriehouder van Artego bij hotel Walram in Valkenburg opende de expositie met een verhelderende inleiding op dit aspect van het werk van de veelzijdige kunstenaar. Ze legt hierin de verbinding tussen zijn zoeken naar diepgang in de kunst en zijn geloof. Een paar citaten: “Sjef zoekt naar de verbeelding van de intensiteit tussen lichaam en geest. En welke vorm staat voor het lichaam, dat is de vorm waaruit ieder wezen wordt geboren, de vrouw. (….) Uit respect voor iedere vrouw, zijn moeder, zijn minnares, zijn dochter, zijn voedster, zijn medemens, zijn schoot, laat Sjef met de meest fantastische vakmanschap vrouwen geboren worden uit zijn hand, zijn gedachten, zijn ziel.”
Haar hele verhaal kunt u hier nalezen. De bijzondere expositie is nog te bezoeken t/m 22 augustus. De Kopermolen is geopend van dinsdag t/m zondag van 11.00 tot 17 uur. Behalve schilderijen en gouaches zijn er ook veel etsen te zien, ook met andere onderwerpen, die tevens te koop zijn.


Hieronder een foto impressie van de gezellige opening van de tentoonstelling de intieme ruimte van De Kopermolen.

 
   
  André Stolwijk, voorzitter van stichting de Kopermolen heette de bezoekers welkom.

 
   
 

De bekende Limburgse organist Marcel Verheggen zorgde voor de muzikale omlijsting op het onlangs geheel gerestaureerde orgel van de Kopermolen.

 
   
  Claudia Volders tijdens haar boeiende voordracht.

 
   
 

 
 

 
 

 
 

 
     
 

Kopermolen, 8 juli 2012, Openingswoorden Sjef Hutschemakers,
thema: De Vrouw

Goedemiddag dames en heren,

Mijn naam is Claudia Volders en ik ben een vrouw.
Fijn dat u er bent en dat ik mijn woorden met u en Sjef mag delen.

Sjef Hutschemakers ken ik lang. Als klein kind kwam ik al in zijn atelier omdat ik ‘gewoon’ meeging op bezoek in ateliers van kunstenaars. Pas op latere leeftijd besefte ik, hoe bijzonder dat wel niet was.
Echter Sjef leerde ik pas heel goed kennen toen ik 15 jaar was en ik op de zaterdagochtend bij hem in de leer mocht om mij voor te bereiden om naar de kunstacademie hier in Maastricht te gaan. Drie jaar lang ging ik iedere zaterdag naar de dependance van de academie Wyckervilla om de basistechnieken van het teken,- en schildervak te leren. Sjef, en ook een deel Willy Gorissen, leerde mij op jonge leeftijd hoe je met de combinatie van techniek, onderwerp, expressie en stijl medemensen kunt ontroeren.
En zo jong ík was, Sjef was toen ook 25 jaar jonger. Hij heeft nooit het vak in dure woorden uitgelegd, maar iedere opmerking en het gevoel tussen de regels door, waren de geheimen van de kunstenaar: Hoe leg je kwaliteit in een combinatie van techniek, onderwerp, expressie en stijl, zonder dat het een leuk plaatje wordt! Hij zei dan zoiets van, “als je deze kleuren meer in elkaar laat overvloeien, dan glijdt het gevoel van kunst makkelijker over het doek.” Het was zoiets van: “Zorg dat je telkens en telkens oefent en tot op het bot doorgaat, want dan vind je de essentie van jouw gedachte”.
En ik weet niet of u het hoort, maar binnen zijn opmerking zitten meerdere aandachtspunten. Het gaat niet over het vasthouden van de penseel an sich, of het mengen van kleur alleen. Het gaat dat de penseel een verlengstuk is van je hand en je hand is het gereedschap van je hoofd, maar je hoofd wordt gevoed door je hart en je hart wordt ontroert door wat je ziet, terwijl de ogen iedere fase van je leven meegemaakt hebben. Begrijpt u? Daarom moest ik mengen en mengen van Sjef, want dit is wat hij mij wilde leren. Ik zou die lijn opnieuw en opnieuw moeten oefenen, want ergens uit dat stukje houtskool moest ik een lijn zien te vinden, gemaakt met mijn hand. Mijn heel lijf moest die lijn voelen, want ergens daarbinnen raakte ik de ziel van het onderwerp waarmee ik bezig was. Dat is kunst, Kunst met de grote K. En ik weet dat hij me dat wilde leren, en ik weet ook dat hij zelf nog steeds toen en nu aan het zoeken was naar deze intensiteit van lichaam en geest. En ik hoop dat ik ooit tegen Sjef kan zeggen: “Ik heb de kleur gevonden, ik heb de lijn neergezet.”
De zoektocht naar diepgang en het voelen van kunst is in het werk van Sjef verbonden met het thema: het geloof. Daar zit zijn geest. Dat is de ziel van zijn kunst.
Echter, ik zei het al, Sjef zoekt naar de verbeelding van de intensiteit tussen lichaam en geest. En welke vorm staat voor het lichaam, dat is de vorm waaruit ieder wezen wordt geboren, de Vrouw.
Wat een prachtige eendracht, dat Geloof en Vrouw elkaar opzoeken, beminnen en aanvullen. Wat een aanvulling, dat Maria ook moeder was, dat het scheppingsverhaal in de schoot van de vrouw te vinden is en dat bijbelverhalen en moedermelk beide voedend zijn.
Vorige week heb ik een fijne middag samen met Sjef gehad, door hier naar alle werken te kijken en nog eens terug naar zijn atelier te gaan. Er kwam even een twijfel bij Sjef, of ‘zijn’ publiek dit thema wel aankon. Ik zei: “Sjef, maar dit is prachtig, de mensen moeten dit zien, want een betere beeldende omzetting van jouw geloof bestaat niet. De Vrouw is waarin je als pasgeborene alleen maar in kunt geloven. Als pasgeborene moet je al je vertrouwen in je moeder hebben. De vrouw, Maria, je moeder, je dochter, moederaarde, de beminnende vrouw, de wijze vrouw, de muze, dit alles raakt de diepere betekenis van het geloof. Iedere symboliek die de vrouw kan hebben, kan ook weer verbonden zijn met vrouwfiguren uit de bijbel. En weet je Sjef, het moment wat jij gekozen hebt om deze vrouwen aan ons te laten zien, is geen betere tijd. Wij staan in een overgangsfase om van de zakelijke harde tijd over te gaan naar de zachte, sociale tijd. Sommige mensen noemen dat de overgangsperiode van een tijd waarbij de mannelijke kant in de mens ruimte maakt voor de vrouwelijke kant in de mens. Vandaar Sjef, dat je bewust of onbewust deze overgangsfase laat zien in jouw werk. Ik zie tussen jouw vrouwelijke figuren ook harde lijnen, grove contrasten en brokkelige vlakken. Jij laat de mannelijkheid in de techniek als een synergie samenkomen met het vrouwelijke thema.” Sjef keek me in het atelier aan en was het helemaal met me eens. Hij zei dat zijn gevoel dat ook al zei.
Ja, ik kan me heel goed voorstellen dat Sjef een directe verbinding ziet tussen het geloof en het thema de vrouw. En door te kijken en te voelen welke symboliek en welke beweging er in ieder werk zit, kan de toeschouwer geraakt worden door de kern van Sjefs kunst.
Ik sta in zijn atelier en kijk naar zijn werken waarbij de Vrouw gebogen naar haar vrucht kijkt. Ik volg de lijnen waarmee Sjef uitdrukking geeft aan de ziel van de vrouw. Ik kijk naar het kader, waarbinnen de vrouw zich moet aanpassen, maar waarbij ook de kracht van ‘buiten-het-kader-gaan’ te zien is. Ik kijk naar de compositie waarbij de vrouw doormidden wordt gespleten, zoals op het moment dat de aarde opensplijt bij het ontkiemen van het zaad. Ik kijk naar de vloeiende contouren van de meer wulpse vrouw, die de man verleidt met haar geheimzinnig lichaam. Ik kijk naar een vervloeiing van lijn en vlak als symbool voor de overgang van het timide meisje naar de volwassen vrouw. Zoveel tekeningen en schilderijen er zijn, zoveel vrouwen zijn er. Ik vraag u dan ook om de vrouw niet als model te zien, maar ieder werk te aanschouwen als een mysterie. Probeer het verhaal te voelen wat er achter zit. Probeer de diepgang van het geloof te verbinden met de betekenis van de vrouw. Bestudeer de werkwijze van Sjef om te ervaren hoe zijn kunstenaarshand verweven is in het totale thema. Schaamt u niet door te kijken. Kijk door de ogen van een kind. Zie in iedere vrouw uw moeder, uw vrouw en u-zelf.
Ik wil u een verhaal vertellen wat ik meegemaakt heb tijdens een intensieve werkreis in de binnenlanden van Portugal, Alentejo. Tijdens deze werkreis gaf ik les aan cursisten. Het was een groep van voornamelijk vrouwen. De plek was heel mystiek en alles klopte. Het was warm en we zaten in een groot atelier bijelkaar. Het was even tijd voor een gesprek. Mijn vraag was, en probeer u zich dit ook voor te stellen: Stel: je hebt een geheim atelier, niemand kent deze plek, stel in dat atelier ben je helemaal alleen. Stel: alles wat je maakt, vernietig je meteen. Niets wordt getoond in het openbaar. Hierop kun je 100% op vertrouwen. Dan is de vraag: Is er op dat moment nog iets wat je NIET kunt schilderen? Er viel een stilte, want uiteraard stak niemand zijn vinger op, door te zeggen wat hij dan niet kon schilderen. Het viel me wel op dat de meesten zeiden, dat er inderdaad wel nog iets is, wat in deze zeer discrete en geheime ruimte niet geschilderd kan worden. Ik vond dat ongelofelijk, maar ook behoorlijk iets om over na te denken. Ik liet het geheime atelier even ter zijde. Ik vervolgde het gesprek. Stel: Technisch staat je niets in de weg, tekenen is geen probleem. Je maakt levensgroot, of nog groter een zelfportret plus je hele naakte lijf. En dat hang je op, iedereen mag het zien. Je laat je hele lijf, je kwetsbare naakte lichaam zien. Wie zou dat moeilijk vinden? Wie zou dit kunnen? Volgens mij ging 1 vinger omhoog. De rest vond dit dus moeilijk. Ook dat vond ik ongelofelijk. Dat vind ik ongelofelijk omdat ik als kunstenaar mijn meest diepste gedachten MAG laten zien. De maatschappij accepteert dit. Blijkbaar als je geen kunstenaar bent, wordt dit niet geaccepteerd…. Wat een voorrecht heb ik dan als kunstenaar. Echter ik verder: Maar waarom vind je het dan moeilijk om jezelf op deze manier af te beelden en dan te laten zien. “Ja”, zei een vrouw van de groep, “Ik schaam me voor mijn flubberbuik, daar ben ik absoluut niet trots op. Die mag niemand zien.” “Ja, maar..” zei ik, “In jouw flubberbuik heb je drie prachtige kinderen laten ontkiemen en groeien. Uit deze buik zijn drie kinderen gebaard en daarop heb je de kinderen gewiegd. Jouw kinderen hebben zich geen betere schoot kunnen voorstellen dan die van jou. Jouw flubberbuik was net zo zacht als jouw voedzame en vertrouwde borsten. Jouw kinderen zijn hier in jouw schoot geboren en gegroeid. Jouw lichaam is de schatkist voor jouw goud. Mooier kun je je toch niets voorstellen.” Het was even stil in deze groep. De vrouwen keken naar hun eigen lijf en dachten na. Opnieuw stelde ik de vraag, wie zijn naakte lijf levensgroot durf te maken en aan iedereen te laten zien. Het mooiste gebeurde; iedereen stak zijn vinger omhoog. Het respect voor het geleefde lichaam was geboren.
Dat ik aan deze herinnering moet denken, als ik naar het werk van Sjef kijk, vind ik niet vreemd. Alle vrouwen van Sjef hebben een verhaal en zijn niet allemaal cosmetisch even mooi. En al zijn ze niet strak in het lijf en discreet afgebeeld, dit is wel de vrouw, die ook in bijbelverhalen wordt neergezet. Uit respect voor iedere vrouw, zijn moeder, zijn minnares, zijn dochter, zijn voedster, zijn medemens, zijn schoot, laat Sjef met de meest fantastische vakmanschap vrouwen geboren worden uit zijn hand, zijn gedachte, zijn ziel. Hij maakt met deze tekeningen en schilderijen zijn thema rond.
En zo mag u naar zijn kunst kijken. Zo ontstaan de mooiste verhalen onder u. Het interesseert mij hoe u openstaat voor deze intimiteit. Uw verhalen, uw openheid, uw boodschap is Sjefs grootste wens. Dat zijn gedachte in lichaam en ziel, in vrouw en geloof, doorverteld worden, ook als hij er niet meer is.

Maar zolang is het nog lang niet. Nu is het feest! Sjef is springlevend. Ik wil Sjef feliciteren met zijn prachtig werk dat door iedereen gezien moet worden en ik ga er vanmiddag nog volop van genieten.
Sjef, PROFICIAT.

 

 

terug